Schadepatronen van glijlagers – Deel 2: Gesmolten glijlagers
Mark van de Waal | 14 juni 2023
Schade aan kunststof glijlagers is vaak het gevolg van onjuiste montage, onjuist constructief ontwerp of onjuiste materiaalkeuze. Enerzijds stellen de aard en de werking van kunststof glijlagers bepaalde eisen aan de dimensionering, het ontwerp en de montage van het lagerpunt. Anderzijds is in vergelijking met metalen lagers een flexibeler ontwerp van de componentgeometrie en een “creatiever” of mogelijk risicovoller ontwerp mogelijk.
De verschillende beschadigingen van kunststof glijlagers zijn over het algemeen gemakkelijk van elkaar te onderscheiden. Uit het uiterlijk van de schade, bijvoorbeeld vervorming of scheuren, kan de oorzaak worden afgeleid. In deze blogpost geven we je een uittreksel van een inzicht in schadepatronen die worden gekenmerkt door vervorming. Andere schadegevallen en hun oorzaken en oplossingsmethoden zijn te vinden in het whitepaper “Typische schadepatronen – Hoe voortijdig falen van kunststof bussen te voorkomen” waarnaar hieronder wordt verwezen.
Gesmolten of gesmolten glijlagers opsporen
De vervorming van glijlagers door smelten is relatief eenvoudig te detecteren. Smeltingen hebben onregelmatige en misvormde ophopingen van materiaal die zich kunnen verspreiden in tussenruimten. Als de temperatuur in het glijlager het smeltpunt van de gebruikte kunststof overschrijdt, verliest het materiaal zijn mechanische stabiliteit en smelt het.
Als de bedrijfstemperatuur alleen de permanent toelaatbare temperatuurbestendigheid overschrijdt, maar niet het smeltpunt, treedt er geen smelten op, maar ook hier kan de mechanische sterkte zodanig afnemen dat er vervormingen optreden. In dit geval is het patroon van de vervormingen echter weer vergelijkbaar met de vervorming door overbelasting.
Een ander temperatuur gerelateerd schadepatroon, dat niet noodzakelijkerwijs ook smelt vertoont, zijn de gevolgen van een verlies aan perspassing. Bij hoge temperaturen kan de mechanische spanning in de bussen zodanig afnemen dat de perspassing en daarmee het houvast in de behuizing verloren gaat. De resulterende schade is vaak vergelijkbaar met grote overbelasting, omdat verplaatste bussen meestal worden vernietigd.
Dit is hoe het probleem kan worden opgelost
Eerst en vooral moeten de temperatuur die wordt gegenereerd in het lagerpunt en de temperatuurbestendigheid van de lagers worden getest. De pv-waarde van het lagerpunt moet ook worden bepaald. Dit is het product van de belasting (in MPa) en de snelheid (in m/s) en vertegenwoordigt de warmte die in het lager wordt opgewekt. Deze pv-waarde moet lager zijn dan de maximaal toelaatbare pv-waarde of de warmtedissipatie van het lager.
Naast de vervorming zijn er natuurlijk nog andere soorten schade die in de praktijk kunnen worden waargenomen. In ons whitepaper “Typische schadepatronen – Hoe voortijdige uitval van kunststof bussen te voorkomen” vindt u meer nuttige informatie hierover.