Vergelijking van gesinterde glijlagers: de voor- en nadelen

Mark van de Waal | 27 mei 2021

Gesinterde bussen of glijlagers van gesinterd brons worden in vele lager-toepassingen gebruikt. Ze zijn relatief goedkoop in aanschaf, verkrijgbaar in vele afmetingen en worden verkocht als “zelf smerend” of “onderhoudsvrij”. Gesinterde bussen zijn echter lang niet zo universeel toepasbaar als veel gebruikers denken. In deze blogbijdrage zal ik de voordelen nader bekijken, evenals wanneer de onderhoudsvrije en zelf smerende lager punten betrouwbaarder kunnen worden uitgevoerd met polymeer glijlagers.

Hoe werken gesinterde glijlagers eigenlijk?

Gesinterde bussen zijn genoemd naar hun fabricagemethode – het zogenaamde “sinteren“. Bij dit proces wordt metaal- of keramiekpoeder eerst in vorm geperst en vervolgens onder hoge temperatuur uitgehard. Afhankelijk van het proces en het materiaal resulteert dit in een component met tamelijk grove poriën. Deze poriënstructuur is het recept voor het succes van gesinterde bussen. De gesinterde bussen worden namelijk geïmpregneerd met smeerolie. De viscositeit wordt zo gekozen dat bij kamertemperatuur het grootste deel van de olie in de poriën blijft. Als de bus tijdens het gebruik warm wordt, bijvoorbeeld door wrijving, ontsnapt de smeerolie uit de poriën en verdeelt zich in het lager. Bij hogere toerentallen ontstaat een zogenaamde smeerwig, die het lager uiteindelijk kan ontkoppelen van het contactoppervlak en beschermen tegen slijtage. En het is precies hier dat het kaf van het koren wordt gescheiden.

Gesinterde bussen: als het snel moet werken

Het toepassingsprofiel voor deze bussen kan ook worden afgeleid uit het feit dat de zelf smerende werking vrijwel geheel afhangt van de verspreiding van de smeerolie in het lager punt en dit effect treedt alleen op bij toenemende wrijvingswarmte. Gesinterde bussen zijn in de eerste plaats geschikt voor hoogfrequente of anderszins snelle glijlager toepassingen. Voor langzamere of meer sporadische onregelmatige toepassingen zijn andere typen glijlagers geschikter. Als de gebruiker het zonder extern toegevoegde smering of afdichtingen wil doen is er nauwelijks een alternatief voor glijlagers met vaste smeermiddelen. Er zijn twee hoofdtypen lagers. Metalen composietlagers en polymeerlagers.

De alternatieven: composiet metaal en polymeer

Om de droom van onderhoudsvrije werking en zelfsmering te behouden, volgen beide oplossingen een soortgelijke, maar in detail verschillende aanpak. Terwijl samengestelde metalen bussen steunen op een uiterst dunne smeerfilm van PTFE of andere kunststoffen met goede glijeigenschappen, worden polymeerbussen meestal gemaakt van een zogenaamd compound. Een materiaalmengsel waar de wrijving bevorderende stoffen aan zijn toegevoegd. Zo wordt de als smeermiddel gebruikte stof over het gehele onderdeel verdeeld. Tijdens het gebruik wordt dit vaste smeermiddel microscopisch fijn verdeeld in het lager punt waardoor de wrijving vermindert. Zelfs bij lage snelheden. Bovendien biedt de verscheidenheid aan polymeren een groot aantal mogelijkheden voor aanpassing en gebruik in veel verschillende toepassingen.

Hebt u hulp nodig bij het kiezen van het juiste glijlager-materiaal?

Onze toepassingsspecialisten geven u graag advies en ontwerpen samen met u uw lager punt. Wij bepalen voor u het meest geschikte glijlager met de beste verhouding tussen levensduur, kosten en prestaties – telefonisch, via een digitaal bezoek of bij u op locatie. Uiteraard geheel vrijblijvend.